Ons ziekenhuis is een van de elf wereldwijd waar Nederlandse artsen die zich specialiseren tot arts internationale gezondheid en tropengeneeskunde (AIGT) hun afsluitende stage lopen. Onder begeleiding van onze artsen leren ze ontzettend veel, maar tegelijkertijd vormen zij ook een onmisbaar onderdeel van ons team op de afdelingen en helpen ze alle trainingen en outreach activiteiten te organiseren. Een maand geleden heeft Janneke Krommendijk het stokje overgedragen aan Suzanne Greup, die zich hieronder voorstelt.
“Mijn naam is Suzanne Greup en ik kijk erg uit naar de komende maanden in LHMC. Net als Janneke volg ik het kindergeneeskunde/gynaecologieprofiel van de opleiding tot arts internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde (AIGT). Naast dat ik me bezig wil gaan houden met onderwijs en trainingen op deze twee vakgebieden, wil ik me graag zo allround mogelijk als AIGT ontwikkelen. Hiervoor heb ik samen met Lisa en Martijn als supervisors een plan opgesteld om ook enkele basis chirurgische vaardigheden te leren, zoals wondzorg en het maken van een behandelplan voor fracturen.
Voor de opleiding werk ik ook aan een opdracht die gericht is op een zorgverbetering in de gemeenschap. Hiervoor wil ik een pilot opzetten om in enkele vergelegen dorpen met een mobiel echoapparaat hoog-risico zwangerschappen te identificeren, denk aan tweelingen of stuitliggingen, zodat deze tijdig naar het ziekenhuis kunnen komen om veilig te bevallen.
Tot nu toe voel ik me erg welkom in het ziekenhuis. Van medische staf tot ondersteunend personeel, je wordt altijd met een lach begroet en dat maakt de sfeer in het ziekenhuis heel prettig. Het is hard werken en mentaal soms ook best pittig, dus dit gemeenschapsgevoel is erg belangrijk om het werk met zijn allen te dragen. In het weekend kan het zomaar zijn dat er community health officers die eigenlijk geen dienst hebben toch op de stoep staan om te komen helpen. Ook heb ik al twee keer oud collega’s van LHMC gezien die gedag komen zeggen, maar dan ook direct de handen uit de mouwen steken. En die vele handen maken absoluut lichter werk. Daar ben ik van onder de indruk.”